Samenwerking tussen onze specialisten en andere specialismen zoals orthopedie, neurologie en neurochirurgie.
Diagnoses
Carpaal Tunnel syndroom (CTS)
Het carpaal tunnel syndroom is een verzameling van klachten veroorzaakt door een beknelling van de nervus medianus (de middelste armzenuw) in het verloop van de carpale tunnel. Dit is een nauw kanaal gevormd door de polsbotjes en een stevig peesblad tussen pink- en duimmuis aan het begin van de handpalm. In deze tunnel lopen de buigpezen van de duim en vingers en de zenuw (nervus medianus).
Symptomen en oorzaken
De klachten worden veroorzaakt door beknelling van de zenuw, die daardoor gedeeltelijke uitval vertoont. Meestal bestaan de klachten aanvankelijk uit een tintelend gevoel in de handpalm en de vingers en dan vooral het verzorgingsgebied van de zenuw. Dit is de palmzijde van de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger. Vaak treden de klachten het eerst ’s nachts op en wordt men daardoor wakker. Het ‘wapperen’ van de aangedane arm geeft dan enige verlichting. Ook overdag kunnen deze klachten echter optreden tijdens fietsen, autorijden of computeren. De tintelingen kunnen uitstralen via de onderarm en elleboog tot in de schouder. Sommige patiënten hebben ook krachtsverlies. Uiteindelijk kan zelfs de spiermassa van de duimmuis zichtbaar slinken, en ontstaat er de zogenaamde ‘apenhand’. In Nederland komt het carpaal tunnel syndroom 15 keer zo vaak bij vrouwen dan bij mannen voor. Het carpaal tunnel syndroom kan aan beide handen voorkomen.
De carpale tunnel is zeer nauw en de zenuw is erg gevoelig voor druk. Zodra er dus een volume toename (door welke oorzaak dan ook) optreedt in de carpale tunnel, kunnen gemakkelijk CTS klachten ontstaan. Mogelijke oorzaken zijn: zwelling van de bekleding van de pezen door reuma of door hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap, in de overgang of bij een te langzaam werkende schildklier. Ook kunnen de peesscheden zwellen door irritatie zoals na forse handenarbeid of door een benige afwijking in de tunnel (bijvoorbeeld na een breuk). CTS komt vaker voor bij diabetes mellitus (suikerziekte).
Behandeling
- Injectiebehandeling
De behandeling kan plaatsvinden door middel van een plaatselijke injectie in de carpale tunnel of een operatie. Een injectie is minder ingrijpend dan een operatie. Een injectie met ontstekingsremmers (corticosteroïden) kan helpen om de druk in de carpale tunnel te verminderen. De klachten kunnen daardoor verdwijnen of verminderen.
U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een injectie als u:
- niet al te veel last heeft van uw klachten
- veel last heeft van uw klachten, maar geen operatie wilt
- de periode tot de operatie wilt doorkomen met minder pijn
- zwanger bent en erg veel last heeft van tintelingen en pijn in uw hand(en). In het eerste trimester van de zwangerschap geeft de arts geen injectie. Dat zou schadelijk kunnen zijn voor de baby. Meestal komen de klachten pas vanaf het 2e trimester.