Samenwerking tussen onze specialisten en andere specialismen zoals orthopedie, neurologie en neurochirurgie.
Diagnoses
Heupklachten bij impingement
Een impingement betekent ‘inklemming’. Impingement van de heup, ook wel Femoro-acetabulaire impingement (FAI) genoemd, is een anatomische afwijking van het heupgewricht. Door deze anatomische afwijking kan inklemming in het heupgewricht ontstaan waarbij het dijbeen tegen de heupkom botst. Dit kan klachten geven diep in de lies, heup of bil.
Impingement van de heup wordt met name gezien in een jonge en actieve patiëntengroep. Vaak zijn het sporters of personen met een fysiek belastend beroep, die al langer pijnklachten hebben in de lies. Naast sporten zijn dagelijkse bezigheden zoals traplopen, zitten in een diepe stoel en het strikken van de veters bewegingen die klachten veroorzaken.
Het heupgewricht bestaat uit twee botdelen, namelijk de heupkom in het bekken (acetabulum) en de heupkop aan de bovenzijde van het dijbeen (femur). Zowel de kom als de kop zijn bedekt met gewrichtskraakbeen. Op de rand van de kom bevindt zich een krakbenige lip, dit wordt ook wel het labrum genoemd. Om het heupgewricht bevindt zich een stevig gewrichtskapsel, welke zorgt voor stabiliteit van het heupgewricht. Het heupgewricht is een kogelgewricht dat bestaat uit een kom en een bolvormige kop en heeft daarom meerdere graden van vrijheid.
Symptomen
- Pijn diep in de lies of bil
- Zeurende pijn maar bij bepaalde bewegingen scherpe, stekende pijn
- Knappende, pijnlijke sensaties in de lies
- Slotklachten in de heup
- Bewegingsbeperkingen
- Instabiliteit bij sporten
- Scherpe pijn die optreedt na belasting en afneemt in rust. De pijn verdwijnt echter nooit volledig in rust en komt terug zodra de activiteiten weer worden hervat.
Oorzaken
Een inklemming kan ontstaan doordat de kop en kom niet goed in elkaar passen. Impingement is onder te verdelen in primaire en secundaire impingement. Primaire impingement kan veroorzaakt worden door een anatomische afwijking, welke in twee varianten zijn onder te verdelen.
– CAM-impingement. Als er sprake is van een bobbel door extra botvorming aan de voor- of bovenzijde van de heupkop ter plaatse van de kop-halsovergang noemt men dit de ‘Cam-deformiteit. De bobbel wordt een CAM genoemd, door deze CAM treedt inklemming op van de kop in de kom bij complexe bewegingen van de heup. Deze afwijking treedt hoofdzakelijk op bij actief sportende mannen tussen de 20-30 jaar.
– Pincer-impingement. Wanneer er te veel bot aan de rand van de heupkom groeit, is er sprake van een ‘Pincer deformiteit’. Dit kan ontstaan als de rand van de heupkom te ver over de kop hangt, waardoor inklemming van de kop in de kom ontstaat. Deze afwijking wordt het meest gezien bij actieve vrouwen van middelbare leeftijd (35-45 jaar).
Vaak ontstaat er een combinatie van zowel Cam als Pincer impingement, waarbij er zowel aan de kant van de kop als de kom sprake is van te veel bot. Herhaaldelijk letsel en irritatie door veelvuldige inklemming kan definitieve schade veroorzaken aan het labrum of het kraakbeen van de heup.
Secundaire impingement kan het gevolg zijn van eerdere klachten of blessures aan de heup.
Diagnose
Door middel van lichamelijk onderzoek kan de orthopeed in kaart brengen welke bewegingen mogelijk zijn en welke niet. De diagnose kan verder gesteld worden door specifiek röntgenfoto’s.
Behandeling
- Injectiebehandeling
Een injectie met verdoving en corticosteroïden in het heupgewricht onder röntgen- of echogeleiding kan de diagnose bevestigen en de klachten doen afnemen.
In specifieke gevallen kan een operatie noodzakelijk zijn. Onze specialisten kunnen u goed informeren en adviseren welke operatie voor u het best geschikt is en waar dat uitgevoerd kan worden.